Onderzoeken tijdens de zwangerschap
Prenatale testen, ook wel prenataal onderzoek genoemd, zijn testen die tijdens de zwangerschap gedaan kunnen worden om de ontwikkeling van het ongeboren kindje in de gaten te houden. Er zijn een aantal standaard prenatale testen, zoals de termijnecho, en een aantal aanvullende prenatale testen, zoals de vlokkentest en de nekplooimeting.
Al vanaf het begin van de zwangerschap kan je uit diverse onderzoeken kiezen die je bij de verloskundige, arts en gynaecoloog uit kunt laten voeren. Met prenataal onderzoek kan je de ontwikkeling van het embryo in de gaten houden. Zo zijn er een aantal dingen die onderzocht kunnen worden met prenataal onderzoek:
- Of er sprake is van een levend embryo
- Of het embryo zich op de juiste manier in de baarmoeder genesteld heeft
- Of er sprake is van een eenling of een meerling
- Of het kindje een jongen of een meisje is
- Of er een verhoogde kans is op een kindje met het syndroom van Down
- Of er een verhoogde kans is op een kindje met een andere chromosomale afwijking
De grote vraag is: wil je alles weten. Het is een bekend gegeven dat de kans op een aantal chromosomale afwijkingen (waaronder het
syndroom van Down) na het dertigste levensjaar van de vrouw sterk toeneemt. Er is echter altijd sprake van een kans, het is absoluut niet zeker dat je een kindje met een chromosomale afwijking krijgt wanneer je een verhoogde kans hebt. Andersom is het ook mogelijk: het onderzoek geeft geen verhoogde kansen, en toch blijk je een kindje met het syndroom van Down te hebben. Los van de
kans op chromosomale afwijkingen is het ook verstandig om in het begin van je
zwangerschap al aan de artsen en gynaecoloog te vertellen welke informatie je wel en niet wilt hebben. Het zou bijvoorbeeld erg jammer zijn wanneer je het geslacht van je kindje per ongeluk al te weten komt omdat de gynaecoloog dacht dat je het graag wilde weten, terwijl jij je graag wilde laten verrassen.